Der Hirte
Toen hij twaalf werd, was hij oud genoeg om bij zijn ouders weg te gaan, weg uit zijn kleine dorp, weg uit het dal. Hij had besloten de bergen in te gaan. Met een kleine buidel met wat kleding en eten was hij vertrokken op de ochtend na zijn verjaardag. Vanuit het dal volgde hij het smalle wandelpad omhoog. Eerst nog in het bos, maar hoe verder hij kwam, hoe kleiner de bomen werden. Rond de middag had hij de boomgrens bereikt en keek hij uit over het dal waar hij vandaan kwam. Over het dorp dat zijn hele wereld was geweest, maar nu kleiner leek dan hijzelf.
Hij liep verder door de eindeloze alpenweides en rustte uit tussen de bloemen. Paarse, roze en gele bloemen had hij geplukt en tot een boeket gebundeld, voordat hij tegen de avond een berghut bereikte. Hij aarzelde niet en klopte aan. De deur ging open en voor hem stond een meisje dat ongeveer even groot was als hij. Zonder te spreken gaf hij haar de bloemen. Ze bloosde.
Achter haar verscheen nu een oudere man. Hij lette niet op zijn dochter en keek vragend.
“Ik zoek naar werk”, had de jongen gezegd: “kan ik bij u werken?”
De man knikte nu vriendelijk. “We kunnen nog een herder gebruiken. Ik zal een slaapplaats voor je laten maken.”
Zo eenvoudig was het. De jongen ging aan de slag. Overdag was hij in de almen te vinden, waar hij met de andere jongens de koeien molk en bessen verzamelde. ’s Avonds was hij bij het gezin in de berghut. Hij keek altijd uit naar die avonden, want de hut was dan vol muziek. Elke avond speelde de vader van het gezin op zijn trekzak. De jongen genoot. Het duurde maar enkele weken voordat hij de trekzak, tot zijn verbazing, om zijn eigen schouders kreeg. De vader gaf hem aanwijzingen. Het oude instrument fluisterde de eerste tonen die de jongen maakte. Hij had nooit gedacht zo iets wonderlijks te ontdekken.
Vanaf die dag speelde ook hij elke avond. Naarmate hij ouder werd, werd zijn spel vrijer. Hij leerde te zingen, hij leerde alles te spelen wat hij maar wilde. Hij speelde voor de koeien. Hij speelde voor de dochter van het gezin, als zij kleding zat te maken zoals ze van haar moeder geleerd had. Ze bloosde dan net zoals die eerste keer, toen ze de deur open had gedaan. Hij wist allang dat zij zijn vrouw zou worden. Hij wilde niets liever.
De tijden veranderden. Het werk in de hut werd anders, toen er steeds meer wandelaars kwamen overnachten. Maar de jongen hield van dit bezoek, want dan kon hij de hele avond op de trekzak spelen en met de gasten zingen. De gasten genoten en vroegen waarom hij niet over de wereld trok met zijn muziek. Ze vertelden dan over muzikanten die optraden in grote zalen voor enorm publiek, en hoe geweldig dat was. Maar dat snapte hij niet. Hij snapte niet wat er zo leuk kon zijn aan een publiek dat hij niet kende, aan honderden gezichten die kwamen en weer gingen, zonder dat hij ze echt aangekeken had. Zo kon hij de muziek toch niet delen? Zo kon hij toch niet met de anderen zingen, eten, drinken, grappen maken?
Dus trok hij zich van de verhalen niets aan en bleef hij een leven lang in de berghut, zoals het tenslotte altijd zijn bedoeling was geweest. Hij genoot elke avond van zijn trekzak, samen met de gasten, of alleen met zijn gezin als er niemand anders kwam overnachten. Elke dag liep hij fluitend en zingend door de alpenweiden om te verzinnen wat hij die avond spelen zou. Elke dag was hij gelukkig.
Stiekem ben ik best wel een beetje jaloers op de instelling van deze jongen. Leuk hoe je dat zo in een verhaal verwerkt hebt!
mooi verhaal, je kan er echt een beeld bij vormen heerlijk!
Wauw! Vakantie-inspiratie? ;)
Vakantie-inspiratie. :) Ik ben ook wel een beetje jaloers op deze jongen, maar ik heb hem natuurlijk zelf bedacht. Zou het echt bestaan?
Zeg dat 0,0005% van de wereldbevolking in zo’n dorpje woont, 0,1% daarvan mannelijk én in de wegloopleeftijd is. Maar dan moet hij nog steeds een berghutje vinden en dat gezin met trekzak ;) Het is in ieder geval niet geheel onmogelijk :P?
Ik bedoel niet echt deze specifieke situatie, meer de gedachte dat ‘klein’ leven het allermooist is.
Er bestaat overigens minstens één hutje met trekzak :P
Maar het gaat in het algemeen over gelukkig zijn met niets. Dat zal in deze maatschappij niet meer mogelijk zijn.
Precies. Dat vrees ik ook.
Mooi!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!
:D
Ow, wauw, echt heel mooi!