Kunnen jullie nou niet één keer…
16 januari
Blue monday wordt nog steeds gesponsord door de NS. Of andersom natuurlijk (ik impliceer graag dingen, moeten ze maar niet zo gemeen doen).
16 januari
Blue monday wordt nog steeds gesponsord door de NS. Of andersom natuurlijk (ik impliceer graag dingen, moeten ze maar niet zo gemeen doen).
18 december
Daar zat ik dan. Voor mijn neus een leeg beheer en een maagdelijk witte website. ‘Niets gevonden’, luidde de tekst. Een schoon, nieuw begin, zonder verwikkeld te raken in de knoop van mislukte pogingen, gekunstelde oplossingen en oude rotzooi. Het was toen al prachtig.
En nu zijn we hier. Mijn vertrouwde layout weer terug, met hulp van Jaap, waarvoor duizendmaal dank! :D Ook voor mijzelf was het nog een heel gepruts, maar het is allemaal gelukt.
Eindelijk weer Silhouetten in de Schemering zoals het hoort te zijn!
16 december
De avond kloddert langs het raam. Het is zo’n dag waarop je ontdekt dat je schoenen niet waterdicht zijn en het elke keer precies (harder) gaat regenen als je naar buiten loopt. Zodoende zit ik met mijn voeten op de verwarming te luisteren naar een of ander raar wijf dat haar stem verloren is. Wat misschien door deze ellendige weersomstandigen komt, maar wellicht toch meer door slechte leefgewoonten.
Kom op nou, december! Waar is die heldere hemel die afsteekt tegen de rijp aan de bomen, de oostenwind, de wolkjes die we blazen op het moment dat we onze ogen dicht doen en de kou als een herinnering in onze kleren kruipt?
Nog vijf dagen, en dan wil ik de échte winter zien, als de zon zich krakend over de dragende velden werpt.
5 november
Gisteravond wilde ik het al mededelen, maar ik kon ineens niet meer inloggen. Vandaag ook niet, tot nu gelukkig.
Er is iets mis met de weblogs waardoor voor de meesten van jullie geldt dat je je eigen reactie niet meteen zal zien nadat je die geplaatst hebt. Eén van de vele migratieproblemen uiteraard. In ieder geval: don’t worry, hij is wel degelijk geplaatst, als je hem niet ziet, probeer het morgen nog eens :P
(En ja, ik erger me ook kapot, maar het is even niet anders helaas)
16 oktober
Hoera! Silhouetten in de Schemering wordt vandaag 5. Een mijlpaal dus. Gelukkig heb ik alles hier nog net op tijd aan de praat gekregen om dit een beetje te kunnen vieren, anders was het wel een heel sombere verjaardag geweest. Maar nu niet. Tijd voor taartjes!
En op naar de 10 :)
13 oktober
Oh my god. Het is me gelukt in te breken op mijn eigen weblog. Na 51 dagen ben ik weer in mijn beheer en kan ik berichten plaatsen! Overigens is het systeem nog erg labiel en zal de hele boel waarschijnlijk om de haverklap offline zijn. Ik voel me een soort roepende in de woestijn. Het is hier maar kil en leeg. Wat gaat er nog gebeuren? Waar zijn mijn oude berichten? Is er nog iemand die mijn weblog nog niet helemaal vergeten is? Ik zal nog een beetje geduld moeten hebben. Maar echt, ik kom terug!
Op de derde ochtend van september dreunt de zomer ineens door mijn kamerraam naar binnen. De zon schijnt op de gordijnen. Het is mooi weer en ik ben niet de enige die dat in de gaten heeft. Van buiten komt het ronkende geluid van groot materieel. Het is dichtbij en ik realiseer me dat het gras aan de overkant – het rook lekker – wel gemaaid en gewierst was, maar dat het hooien zelf nog moest gebeuren.
Ik loop naar beneden en doe de gordijnen aan de voorkant open. Twee tractoren razen flank aan flank door het weiland, ik verbaas me over de snelheid en de stuurmanskunst die daar voor nodig is, opdat het gras dat de een opzuigt ook echt in de container van de ander belandt. Een derde leegt zijn container juist op de berg van kuilvoer van eerder deze zomer, waarna de vierde het gras wat dichter bij elkaar gooit en platrijdt. Al die drukte op deze ochtend, die me vroeg wakker maakte. Nog één dag genieten.
20 augustus
Het Rowwen Hèze-gevoel, maar dan thuis. Zo gaat dat als we weer eens met de buurt bij elkaar zitten. Dialect, muziek van voor mijn tijd, flink ouwehoeren en vooral veel bier. Moet kunnen vind ik. Als die mannen zat worden is dat tenslotte hun eigen probleem, als er maar gelachen wordt.
Zulke avonden bestaan alleen op de oude Schafferdse rivierklei. Die klei die elk stuk onkruid vijf keer hoger doet worden dan eigenlijk zou moeten kunnen. Op die klei groeit het groenste gras dat je ooit in de avondzon gezien hebt. Op die klei is er eigenlijk altijd wel reden voor een feestje, en op die feestjes voel ik me thuis. Bén ik thuis.
8 augustus
Het eerste weerzien met het Nederlandse asfalt was weerzinwekkend. Ik reed de oprit af, stak de straat over, het fietspad op. Als een pijl schoot ik in de richting van de bocht. Dat betekende, na twee weken, niet veel goeds voor de komende kilometers. Ik mocht dan wat extra epo in mijn lijf hebben van mijn ‘hoogtestage’, maar zo werkt dat niet. Er was iets anders aan de hand.
Windkracht vier. Ik reed de bocht door en was mijn snelheid meteen kwijt. Ik moest even moed verzamelen. Daar ging ik dan: ik boog mijn lichaam diep voorover om zo weinig mogelijk wind te vangen. Korte slagen. Als een slak gleed ik over het zuigende asfalt, mijn wielen leken van stroop. De wind gierde langs mijn oren, suisde tussen mijn tanden. Mijn helm kraakte. De harde vlagen van opzij maakten de opgave nog onmogelijker. Maar ik reed.
Zo ploeterde ik me door de kilometers heen. Soms in de luwte van huizen of mais, soms recht tegen de kille wind in die je in volle kracht tegemoet komt over eindeloze kale akkers.
Eens komt er dan het moment dat je omkeert en terug naar huis rijdt. Dat was niet helemaal zoals ik had gehoopt. De zijwind was zo hard dat mijn helm scheef waaide, me uit balans bracht. De weerstand was minder, maar nog steeds hoog. Het ploeteren ging verder.
Langs het spoor stonden bramen. Ik kon wel een pauze gebruiken, dus stopte ik om ze te plukken. Maar ook dat viel nog niet mee. De struiken werden in de wind zo hard heen en weer geslagen, dat je in plaats van een braam zo maar een doorn in je vingers kon hebben. En dat ook nog tussen de brandnetels en het prikkeldraad, niet bepaald handig. Een paar at ik er.
Een klein stukje had ik de wind wel bijna recht van achteren. Ik vloog over het asfalt, midden over de straat. Meterslange slagen. Maar toen was daar de bocht, en dat bedacht ik me te laat. Ik schrok, want remmen ging nauwelijks, terwijl ik achter de mais niet kon zien of er een auto van de andere kant kwam. Met ingehouden adem raasde ik de bocht door. Geen auto, godzijdank. In de verwildering dacht ik even aan een vanilleorchis toen ik een klein donker plantje in de berm zag. Nee, dat feest gaat op het Brabantse platteland niet door.
11 juli
Nou dacht ik dat ik weer een nieuw Google-woord had bedacht, maar mooi niet dus. Want Ouides is een dorp in Haute-Loire, Frankrijk, dat in 1962 maarliefst 173 inwoners telde, in 1982 nog 94 en in 2008 een treurige 56. Meer dan deze prachtige exponentiële afname weet Wikipedia helaas niet te melden. Dat iedereen er wegtrekt is overigens nogal wiedes, want het ligt echt in the middle of nowhere.
Tot zover mijn onzin van vandaag. Mocht je na zin twee gedacht hebben dat ik iets interessants over de Tour ging zeggen, dan had je het mooi mis. Al moet ik er wel bij zeggen dat Ouides nog toevallig dicht ligt bij de rustplek van vandaag.