Kan dan niemand mij ooit zeggen
dat het goedkomt allemaal
dat ik niet meer hoef te wachten
dat ik niet meer hoef te hopen
nooit meer in mijn smart verdwaal?
Zitten in gedachten
in de stad
van lichten en de maan in de nacht.
Over een man
met rode rozen
en een kus in zijn hand.
De stoep is koud,
de tegels zijn nat,
ik weet ook niet wat ik verwacht.
De zon schijnt en de bomen zijn groen.
Ergens bloeit wat.
Eigenlijk zou het nog best zomer kunnen zijn in de tuin,
zo’n zomerdag waarop af en toe een buitje valt.
Maar ik heb helemaal geen zin,
ik leg mijn oor tegen het raam en hoor de wind.
Zoals het hoort.
In mijn hoofd is het liefst herfst.
Speelgoedtractor van mijn nichtje
boerenwormkruid in de berm
kleurpotlood, verjaardagstoeter,
de atlas die me heel de wereld overbrengt
blinkende pedalen onder de piano,
mijn saxofoon, het zonlicht in de bomen
plots zie ik het ook,
ik zou wel uren kunnen dromen.
Een egaalgeale cd
en zelfs de acceptgirokaart,
voor dit geluk had ik desnoods
wel honderd geale euro’s gespaard!