Toevallig zat ik net het programma This time next year te kijken. Wendy van Dijk sloot af met de zin dat een mens veel kan bereiken in één jaar. En dat is waar. Het zette me even aan het denken: ik ben iemand die veel vooruit kijkt, steeds nieuwe doelen stelt. Vooral op het gebied van carrière en muziek. Maar soms mag ik best wat meer terugkijken en tevreden zijn met wat ik al bereikt heb.
Het is iets meer dan een jaar geleden dat ik me aansloot bij de Bornse Harmonie. In dat opzicht was het best een zwaar jaar. De muziekstukken waren moeilijker dan ik had verwacht en ik heb thuis veel moeten oefenen, mijn hersenen moeten trainen om veel sneller noten te lezen. Maar het resultaat mag er zijn: inmiddels kan ik dingen met mijn sax die ik niet voor mogelijk had gehouden. Oké, een topsaxofoniste zal ik nooit worden, want veel van mijn collega-saxofonisten bij de harmonie kunnen dit nog veel beter (iets wat ik al helemaal voor onmogelijk hield, maar blijkbaar kan het). En dat is een van de redenen dat ik alweer verder droom, want ik weet dat er disciplines zijn waar ik relatief beter in ben. Maar ondertussen heb ik wel ontzettend veel geleerd, niet alleen over saxofoon spelen maar ook over muziek in het algemeen. En ook niet onbelangrijk: ik heb ontzettend genoten van alle prachtige blaasmuziek.
En dan mijn werk. In eveneens iets meer dan een jaar tijd heb ik daar een membraan ontwikkeld waarmee heel efficiënt kleine vervuilende stoffen, zoals medicijnresten, bestrijdingsmiddelen en weekmakers, uit water kunnen worden gefilterd. Veel efficiënter dan alle membranen die op dit moment op de markt zijn. Ik had nooit verwacht dat dit onderzoeksproject zo goed zou uitpakken. En ik ben natuurlijk ontzettend blij dat ik in zo’n relatief korte tijd echt een steentje heb bijgedragen aan een schoner milieu en een gezondere leefomgeving, want met deze membranen wordt het verwijderen van dit soort verontreinigingen eindelijk betaalbaar. Heel veel tijd om daar bij stil te staan is er alleen niet, want ten eerste willen we dit verhaal natuurlijk zo snel mogelijk publiceren in een wetenschappelijk tijdschrift, en ten tweede zitten we alweer vol met ideeën om onze membranen nóg beter te maken. Misschien moet ik een post-it op mijn werkplek plakken om mezelf eraan te herinneren hoe fijn dit is :)
Wat hebben jullie het afgelopen jaar bereikt?
Ik zet de muziek aan. “Oktober overvalt ons ieder jaar” zingt Paskal, hard en onverwacht.
Niet waar. Oktober is met het verstrijken van de jaren weer oktober geworden. Een maand als alle andere. Ik geniet van de nazomer en van de kleuren in de bomen.
Er is alleen één ding waar ik eigenlijk niet aan wil denken, en dat is dat we volgende week vijf jaar bij elkaar zijn. Begrijp me niet verkeerd – ik ben blij dat we nog altijd samen zijn. Ik tel met plezier de jaren vanaf de dag dat we elkaar kennen. Maar de dag waarop we een relatie kregen, dat wordt nooit een dag om te vieren.
Nooit.
Paskal is allang bij het volgende lied: “Omdat het anders wordt. Het wordt beter dan gisteren, mooier en echter, je zult het zien.”
Wil je met me trouwen? Ik wil zo graag een datum om trots op te zijn.
(fragment: Peter Slager – Bløf, April, 2009)
Ik ging zitten op de pianokruk – met mijn saxofoon – en begon te spelen. Noot voor noot. Zo geconcentreerd dat ik nauwelijks in de gaten had dat de zon langs de muren mijn kant op kroop.
Lange noten, korte noten, snelle loopjes, moeilijke noten. Pagina’s lang. Ik werd er moe van. En terwijl het licht tegen mijn saxofoon op kroop, naar alle kanten brak, me stilletjes omringde in een aureool van goud, betrapte ik mezelf erop dat ik regels had gespeeld zonder me te herinneren welke noten ik had gelezen. Mijn hersenen hadden grepen en ritmes gemaakt zonder zich met pijn en moeite bewust te maken wat er stond.
Ik wist niet dat dat kon.
Dat is de titel van het boek dat ik aan het lezen ben. Geschreven door Babette Porcelijn. Het boek geeft een overzicht van de zichtbare en onzichtbare impact die ons dagelijks leven op onze planeet heeft. Wat we kopen, wat we eten, hoe we wonen en hoe we reizen, en hoe dat alles zich tot elkaar verhoudt. Kortom: wat we het beste kunnen doen om die impact te verlagen. Dit boek laat mij eens te meer zien wat ik eigenlijk al wist: het is helemaal niet zo ingewikkeld om flinke stappen te maken voor het klimaat. Waarom wachten op maatregelen van de o zo trage politiek als we zelf al zo veel kunnen doen?
Maar daardoor raak ik ook eens te meer teleurgesteld. Want ik zie om me heen dat bijna iedereen de ernst van klimaatverandering wel inziet, maar vervolgens verdiept bijna niemand zich erin wat we ertegen kunnen doen. Wil iedereen gewoon zijn eigen leven kunnen leven zonder concessies. Terwijl het écht écht écht niet moeilijk of duur is. Vergeet elektrische auto’s en warmtepompen en zonnepanelen – die zijn geweldig als je het kunt betalen, maar daar zit niet de hoogst haalbare winst. Het is slechts een kwestie van je gewoontes aanpassen. Niet zes dagen per week vlees, maar drie. Niet elk jaar op vliegvakantie, maar om het jaar. En alleen de spullen kopen waar je echt blij van wordt, er vervolgens zuinig op zijn.
Als we dat toch allemaal zouden doen. Ik denk niet dat iemand er minder gelukkig om zal worden – uiteindelijk is het ook goed voor onze gezondheid als de industrie en luchtvaart niet eindeloos blijven groeien, als we schonere lucht inademen en minder vlees eten. En wie er in ieder geval niet ongelukkiger van zullen worden zijn de mensen aan de andere kant van deze planeet, die hun hele bestaan dreigen te verliezen door de opwarming van de aarde.
Edit: zoals Mille Pagine terecht opmerkt zijn we niet ineens safe als we allemaal drie keer per week vlees eten en eens in de twee jaar in het vliegtuig stappen. Minder is altijd beter, zeker wat betreft vliegen. Voor vlees ligt de hoeveelheid die duurzaam beschikbaar is per wereldbewoner waarschijnlijk rond twee porties per week, maar zolang de wereld vol zit met vleesverorberaars is helemaal geen dierlijke producten eten het effectiefst. Het goede nieuws is: als je begint met halveren kom je er waarschijnlijk achter dat je nog wel meer kunt missen :)
En plots is het een echte septemberochtend. Een koele, heiige ochtend, met kleine dauwdruppeltjes op alles wat groeit of gegroeid heeft. Door het nog dichte donkergroen vallen zonnestralen die het daglicht breken. De eikels en beukennoten die al weken op het fietspad liggen krijgen plots een andere betekenis.
Het wordt herfst.
Is het niet prachtig?
September. Hoe langer ik over het woord nadenk, hoe mooier ik het vind.
Het is misschien wel de laatste warme dag van de zomer en ik fiets naar mijn werk. Mijn ogen gaan langs de bermen die eindelijk weer groen zijn. Ik kijk naar alles wat bloeit: de paardenbloemen en het boerenwormkruid, de margrieten en het duizendblad, de korenbloemen en de akkerdistel, de vlasleeuwenbek en het muurhavikskruid, de haagwinde en de weegbree, de springbalsemien en de duizendknoop en natuurlijk de klaver en het koninginnekruid.
Voorbij de berm groeien onrijpe bramen. In de verte koert een duif. De zon glinstert in de bomen met haar lage stralen.
Het is net of de zomer nog moet beginnen.
Ik dacht dat ik de foto’s van schaatsen in de Peel, 2012, voorgoed kwijt was geraakt. Maar ik heb ze toch nog teruggevonden op mijn computer. Dus het kan me even niet schelen dat het zomer is.
Sinds je thuis bent kan ik alleen nog maar huilen.
De twijfel vult mijn lichaam. Tintelt in mijn armen en prikt in mijn benen. Ik bal mijn vuisten, maar het helpt niet. Ik weet niet of ik je wel genoeg gemist heb. En ook niet of jij mij wel genoeg gemist hebt. Een zekere onafhankelijkheid is fijn en goed, maar ik heb geen idee waar het optimum zou moeten liggen. Jij bent blij dat je weer thuis bent, maar vooral doodop en teleurgesteld over je reis. Je begroette me nauwelijks. Toch lig ik nu in je armen.
Voordat je wegging grapte ik nog dat we opnieuw moesten gaan daten tegen de tijd dat je terug was. En nu voelt het inderdaad alsof ik je niet meer ken. Was ik net zo zenuwachtig om je weer te zien als toen in het begin.
Ik vraag of ik een kus mag. Je tuit je lippen op die typische jou-manier, een ondeugende blik in je prachtige bruine ogen. Zie je wel, ik was stomweg vergeten hoe lief ik je dan vind.